Persoonlijke gedachtespinsels over 50PLUS

maandag 29 maart 2021

50PLUS moet nu doorpakken !

 

50PLUS is gedecimeerd

De verkiezingsuitslag is voor 50PLUS desastreus verlopen, daar is geen discussie over. Ik denk dat er ook geen enkele discussie is over de oorzaak daarvan. De campagneboodschappen werden ruimschoots overschaduwd door andere informatie die uitstraalde dat (zoals de pers dat graag omschrijft)  “de oudjes weer ruziemakend over straat gingen”. Dat is overigens geen verwijt aan de pers. Ouderenpartijen hebben nu eenmaal meer dan andere partijen het stigma dat ze ruziepartijen zijn. En dus ligt het voor de hand dat de pers dit aansprekende beeld keer op keer uit de kast trekt als daar aanleiding voor is of lijkt te zijn. Een partij als het CDA, waar momenteel een complete burgeroorlog woedt, wordt wat dit betreft veel voorzichtiger benadert. Ook andere partijen waar regelmatig een richtingenstrijd woedt of waar anderszins periodiek een strijd om de macht wordt gevoerd hebben minder te vrezen van een dergelijk stigma. Zij worden in voorkomende gevallen door de buitenwereld dus met meer empathie benaderd. Dat is een gegeven waar je als partij rekening mee moeten houden en waar je op de juiste manier mee moet omgaan.


De geschiedenis herhaalt zich

De voormalige partijvoorzitter Geert Dales heeft destijds bewust op een verkeerde manier gebruik gemaakt van deze zwakke plek van 50PLUS. Nadat zijn staatsgreep binnen de partij mislukt was heeft hij in een bewuste actie om de partij schade toe te brengen het frame van de ruziepartij met veel succes aan de man gebracht. Het verhaal ging er op televisie bij de babbelprogramma’s in als Gods woord in een ouderling. De feiten waren anders. Er waren minder dan 10 mensen die ruzie hadden gemaakt met de partij. Dat waren degenen die samen met de voormalig voorzitter wat baantjes hadden willen regelen. De partij werd echter in de peilingen, waar ze toen op 10 zetels stond, direct gedecimeerd. Dat was ook mede mogelijk doordat er vanuit de partij niet of niet adequaat werd gereageerd op deze poging om 50PLUS in diskrediet te brengen. De vereniging 50PLUS was destijds zonder voorzitter volledig stuurloos, wat iets zegt over de rest van het toenmalig bestuur. En de volksvertegenwoordigers zijn destijds ook passief gebleven, of hebben de verkeerde dingen gedaan, wat ook veelbetekenend is.

Kamikaze actie bijna geslaagd

De geschiedenis heeft zich nu dus herhaald met de recente Tweede Kamerverkiezingen. Er waren mensen binnen 50PLUS die er brood in zagen om een conflict te entameren teneinde daarmee eigen doelstellingen na te streven. Laat ik er niet omheen draaien, het ging weer om baantjes. Een verschil van mening over de precieze uitleg van een onderdeel van het verkiezingsprogramma was niet meer dan een aanleiding die men voor dat doel heeft benut. En weer werd actief de pers benaderd, en opnieuw hebben we vanuit de partij geen geslaagde acties gezien om het conflict te neutraliseren. Het is volkomen begrijpelijk dat de kiezer in onzekere tijden daar geen brood in ziet. Het resultaat was ook op voorhand duidelijk nadat de shit de ventilator raakte. Ik neem ook direct aan dat de partij geheel zou zijn weggevaagd als de heer Omtzigt met een eigen partij had meegedaan, zoals een recente peiling ons wil doen geloven. Het is in ieder geval duidelijk dat 50PLUS op een belangrijk tweesprong staat in haar geschiedenis. Gewoon doorgaan op dezelfde route of de koers verleggen ?

Wat moet er gerepareerd worden ?

Uitgangspunt moet natuurlijk zijn dat een politieke partij er niet is als leuke hobby voor mensen die er in participeren, maar dat er impact moet zijn op de samenleving. Een partij heeft alleen bestaansrecht als ze in staat is om (op directe en indirecte wijze) haar idealen en ideeën naderbij te brengen. Mijn analyse is dat het probleem van 50PLUS niet zozeer bestaat uit kwesties die liggen op het gebied van de inhoud van het programma, de ideologie of de waarden waarop die gebaseerd is. Natuurlijk zijn er bij 50PLUS, net als bij elke andere partij overigens, onderling verschillen van mening over onderdelen van het programma. Daar kun je intern over praten en er afspraken over maken op basis van democratische uitgangspunten. Daar zullen ook wel eens fouten bij worden gemaakt. Maar dat is allemaal oplosbaar als je beschikt over een adequate organisatie, passende structuren, een voldoende hecht esprit de corps c.q. een hechte interne cultuur, en de juiste mensen op de juiste plaats. Dit rijtje omvat in mijn visie alle zaken die 50PLUS nu snel op een rijtje moet krijgen wil de partij een kans op overleven hebben.

Succesvoorwaarden voor herstel

Alleen als de partij die succesvoorwaarden goed kan regelen zie ik op enige termijn een groei naar een invloedrijke positie in het politieke landschap nog als haalbaar. De doelgroep is er, en als de partij zich vervolgens kan positioneren als een effectieve middenpartij met gezond-verstand-politiek, gebaseerd op waarden van fatsoen en rechtvaardigheid, dan is er een kans op herstel en expansie. De mateloze populariteit van Pieter Omtzigt laat zien dat er wat dat betreft echt een gat in de markt zit. Het tijdperk van de teflonpolitici die vooral in achterkamertjes opereren is tanende, de traditionele partijen zijn op de terugweg. De opleving van de VVD is een tijdelijke, na Rutte komt het zwarte gat. Een periode met steeds meer goed opgeleide en assertieve ouderen die zich niet meer laten koeioneren is aangebroken. Voor die groep kan 50PLUS een redelijk alternatief worden.

Nieuw leiderschap

50PLUS moet zoals gezegd om succesvol te kunnen zijn dus op overzienbare termijn op drie gebieden problemen oplossen. Dat zijn kwesties rond organisatie, cultuur en met betrekking tot een adequate bemensing. Het is van belang te constateren dat die drie probleemvelden nauw met elkaar verbonden zijn. Laat ik om deze blog af te ronden daar nog het volgende over zeggen. Elke organisatie kent net als individuele personen ontwikkelingsfasen die noodzakelijkerwijs volgordelijk doorlopen moeten worden. In Nederland heeft Lievegoed daar veel over geschreven. Verschillende auteurs hanteren verschillende benamingen voor deze fasen. Kort samengevat komt het er op neer dat verondersteld wordt dat er na de pioniersfase van een organisatie een organisatiefase en een integratiefase wordt doorlopen. De overgang tussen deze fasen wordt vaak gekenmerkt door een crisis en elke fase heeft een eigen vorm van leiderschap nodig.

50PLUS is blijven steken in haar ontwikkeling

In mijn waarneming is 50PLUS te lang blijven hangen in de pioniersfase. Die fase wordt in het algemeen gekenmerkt door improviseren en door autocratisch gedrag van de oprichter. Rollen en taken van sleutelfiguren en van gremia zijn in deze fase ook onvoldoende gedifferentieerd. Dat patroon past prima in de opbouwfase maar kan op een later moment een handicap worden. In die situatie zit 50PLUS. De leiding van de partij moet in het licht van de huidige crisis daarom over haar eigen schaduw springen. Het bestuur van de partij is onderdeel van het probleem en moet er tegelijkertijd voor zorgen dat die acties in gang worden gezet die er voor zorgen dat 50PLUS de overgang kan maken naar de volgende fase in haar ontwikkelingsproces. Dat gaat niet vanzelf en misschien zijn daar andere mensen voor nodig. In feite is dat dezelfde situatie waarin Nederland als geheel verkeert. De neoliberale fase loopt op zijn eind, er zijn nu andere mensen nodig om Nederland op een andere wijze te kunnen besturen. De kiezers hebben deze beslissing voor de BV Nederland nog even uitgesteld. Ze hebben hun gevoel laten spreken en hebben gekozen voor zekerheid c.q. Rutte. Het is de vraag of Rutte past bij de volgende ontwikkelingsfase van Nederland. De leden van 50PLUS moeten nog besluiten over de toekomst van hun eigen organisatie. Ik hoop dat ze hun verstand gebruiken.

Jaap Haasnoot
lid Provinciale Staten Zuid Holland voor 50PLUS


zondag 7 maart 2021

50PLUS is beslist geen one-issue partij !

Onterechte vooroordelen

Rond 50Plus bestaan een aantal onuitroeibare vooroordelen. De twee belangrijkste zijn dat er altijd ruzie zou zijn in deze club. En daarnaast dat de partij uitsluitend voor de materiële belangen van ouderen in Nederland zou opkomen. U begrijpt al dat ik hier een paar argumenten naar voren wil brengen om deze vooroordelen aan het wankelen te brengen. Ik denk namelijk dat de feiten anders of meer genuanceerd zijn dan de meeste mensen aannemen. Waarom is dat in mijn ogen onterechte imago dan toch zo hardnekkig ?

De erfenis van de voorgaande kabinetten

Ik denk dat in ieder geval de volgende factoren daarbij een rol spelen:

  • Het clichématige beeld van de onredelijke “boze bejaarde” is voor velen geloofwaardig en maakt blijkbaar onderdeel uit van het collectieve onderbewuste. Iedereen heeft het nog over Jet Nijpels met de AOV, maar dat was 30 jaar geleden beste mensen. Desondanks is de opvatting ouderenpartij=ruzie blijkbaar toch een hardnekkig onderdeel van ons collectief gedachtegoed;
  • Dat beeld past ook wel in het algemene dedain in onze cultuur t.o.v. ouderen. Dat komt bijvoorbeeld naar voren als er weer eens over “oudjes” of over “dor hout” gesproken wordt. De polarisatie in onze samenleving neemt toe. Naast het in opkomst zijnde fenomeen van het kleur-denken zie je ook dat het generatie-denken in opkomst is. Sommigen hebben er behoefte aan om een tegenstelling tussen jong en oud in het leven te roepen of aan te blazen. Boomer is daarbij een scheldwoord om iemand in de hoek te zetten. Wat de moslim is voor Wilders is de oudere blijkbaar voor anderen, die blijkbaar ook een zondebok nodig denken te hebben voor van alles.
  • Door selectieve waarneming zullen in het algemeen vooral die gebeurtenissen opvallen of blijven hangen die het bestaande negatieve beeld kunnen bevestigen. 50PLUS loopt dus op eieren maar is daar niet altijd handig mee omgegaan;
  • De 50PLUS partij, althans sommige leden van deze vereniging, slaagden er steeds weer in om gebeurtenissen te creëren die passen in het negatieve imago van “ruziënde pensioenpartij”. Die incidentele oprispingen worden standaard op de gehele partij geplakt. Het negatieve beeld wordt dus steeds versterkt. Dus als oud-voorzitter Dales om zich heen gaat slaan omdat zijn “staatsgreep” is geneutraliseerd is er zogenaamd ruzie in de hele partij. Nee, een clubje van een paar mensen rond die voorzitter maakten samen met hem een hoop reuring. Wellicht om wraak te nemen of om andere duistere motieven. De echte feiten zijn dat de honden blaften maar dat de karavaan gewoon verder ging;
  • Deze incidenten worden gretig opgepikt door de pers omdat deze in het kader van de nieuwsgaring altijd geïnteresseerd is in excessen en conflicten. Elke situatie kan daarbij snel worden teruggebracht tot het gemakkelijke en aansprekende frame van ruziënde bejaarden die “rollebollend over straat gaan”. Dit gaat er blijkbaar in als Gods woord in een ouderling. Journalisten hebben weinig tijd, het stukje, commentaartje of itempje moet snel af. Dus als er verschillen van mening zijn in de politieke partij, en er komt iets over naar buiten, dan is het verhaal al geschreven voordat de computer is aangezet. Het gaat dus altijd over ruzie.
  • Daarmee is niet gezegd dat de pers de schuldige is van het onterechte imago. Individuen binnen de 50PLUS partij hebben ook bewust gebruik gemaakt van het bestaande imago van ruziepartij en hebben die achillespees soms ook bewust gebruikt om de partij schade toe te brengen. Wat ik wel wil zeggen is dat 50PLUS het moeilijk goed kan doen. Er wordt nu eenmaal met achterdocht naar de club gekeken.
  • Je kunt daarbij constateren dat er in elke partij meningsverschillen en conflicten voorkomen over personen en over issues, waarbij soms zelfs ernstige integriteitszaken voorkomen. Wat is er recent allemaal niet binnen het CDA gebeurd ? Andere partijen komen daar klaarblijkelijk gemakkelijker mee weg, of het wordt hen minder kwalijk genomen. Zou een “me-too-kwestie”, zoals D66 die in de doofpot kon stoppen, door de buitenwereld op dezelfde genereuze wijze worden behandeld als deze situatie bij 50PLUS was voorgekomen ? Laten we maar zeggen dat andere partijen er in slagen om interne tegenstellingen beter binnenskamers te houden;
  • Laten we verder constateren dat 50PLUS door in het verleden voornamelijk rond pensioenkwesties in de publiciteit te treden er zelf aan heeft bijgedragen dat het beeld is ontstaan dat op andere beleidsvelden weinig inspanningen zijn gepleegd. Dat is niet conform de praktijk van de volksvertegenwoordigers van 50PLUS. Zij hebben zich op alle dossiers prima geweerd. Het is misschien alleen onvoldoende gezien door de buitenwereld.

De lessen zijn natuurlijk inmiddels getrokken uit deze kwestie. 50PLUS is op de terugweg naar een nieuw normaal, ook in de peilingen. Het doel is om als brede middenpartij bij te dragen aan de toekomst van Nederland. Daartoe leveren we bijdragen op alle beleidsdossiers. 

Speciaal aandachtspunt blijft natuurlijk de positie van ouderen. Dat is helaas nodig omdat andere partijen ze hebben laten zakken, en niet alleen in de pensioenkwestie. Misschien komt dat wel vanwege het hiervoor geschetste klimaat en vanwege het feit dat deze doelgroep nogal “mak” en inschikkelijk is. Het gevolg is dat ouderen niet serieus worden genomen en hun belangen met voeten getreden. Daarom zijn wij oorspronkelijk de politiek in gegaan, maar dat wil niet zeggen dat 50PLUS uitsluitend de belangen van ouderen verdedigt. 

Nee het is anders, 50PLUS behartigt al die belangen die ouderen vanuit hun ervaring en praktische inzichten belangrijk vinden voor de toekomst van Nederland. Als voorbeeld geef ik in het onderstaande filmpje weer dat ook het onderwijs bij 50PLUS in goede handen is. In ons politieke programma kun je zien dat we op dit onderwerp vanuit onze invalshoek vooral het 2e kans onderwijs en "een leven lang leren" promoten. Ik ben overigens zelf het product van de avondschool (middelbaar onderwijs), dus ik weet hoe belangrijk het is om die weer terug te krijgen.

Jaap Haasnoot
kandidaat Kamerlid 50PLUS

Deze blog is op persoonlijke titel geschreven


 

 

donderdag 4 maart 2021

50PLUS komt met plan om woningproductie te vergroten

Grootscheepse sloop en nieuwbouw in naoorlogse flatwijken is een oplossing voor meerdere kwalen

Zoals in de vorige blog aangekondigd hier nog wat nadere uitleg over het Deltaplan Naoorlogse Flatwijken. Ik beschouw dat even als een werktitel voor het idee. In feite is het een moderne vorm van stadsvernieuwing, een activiteit die de overheid in de vorige eeuw ook al heeft gepraktiseerd. Het gaat alleen nu minder om krotopruiming. Het doel is in één geïntegreerde aanpak aan meerdere doelstellingen tegelijk te werken. Het gaat niet alleen om uitbreiding van de woningvoorraad. Het doel is ook om het aanbod beter toe te snijden op wat de vraag is. En daarnaast kunnen er nog een paar andere beleidsdoelen worden meegenomen. Dat heet meekoppelen in beleidsjargon.


 

Woningnood: tekort en mismatch

Er is in Nederland niet alleen een tekort aan huizen, maar er is ook sprake van een mismatch tussen wensen van woningzoekenden en wat er beschikbaar is en komt aan woningen. Dat geldt zowel voor de koop- als de huursector. Er is grote behoefte aan relatief kleine woningen voor een- en tweepersoonshuishoudens die levensloopbestendig zijn en uiteraard ook betaalbaar. Die woningen moeten zowel geschikt zijn voor starters als voor ouderen. Doorstroming van ouderen uit gezinswoningen naar beter geschikte woningen komt onvoldoende tot stand omdat er onvoldoende betaalbaar en geschikt aanbod is.

Er zijn geen makkelijke locaties meer

Er zijn in Nederland nauwelijks nog “makkelijke” locaties te vinden waarop grootschalig gebouwd kan worden. Dat geldt zowel voor binnenstedelijke als voor uitleglocaties buiten de stad. Veelal zijn de gronden in handen van beleggers wat complicaties met zich meebrengt. Als de financiële opbrengst centraal staat[1] heeft dat veelal consequenties voor de kwaliteit van de wijk en/of het soort woningen dat gebouwd gaat worden. Uitleglocaties vergen enorme investeringen in wegenaanleg en Openbaar Vervoer om de woonwijken bereikbaar te maken. Daarnaast is allerlei dure infrastructuur nodig, bijvoorbeeld voor parkeren of groen, of ten behoeve van recreatie- en sportvoorzieningen voor de bewoners. Verder ondervindt woningbouw grote concurrentie van andere ruimte vragende activiteiten zoals bedrijvigheid of windturbines.

Het ei van Columbus

Om die reden komt 50PLUS met het plan om woningen in naoorlogse flatwijken, voor zover die aan het einde van hun levensduur komen, grootscheeps te slopen en te vervangen door moderne nieuwbouw. Hierbij gelden tenminste twee eisen: er moeten meer woningen terugkomen dan er aanwezig waren en de nieuwe woningen moeten energieneutraal worden. Het grote voordeel van deze locaties is dat de grond reeds in het bezit is van corporaties en woningeigenaren. Met hen kan prima zaken worden gedaan indien het Rijk bereid is te investeren in deze nieuwe vorm van stadsvernieuwing. De overheid kan hier meerdere beleidsdoelen aan elkaar koppelen en dus ook beschikbare gelden uit andere beleidssectoren inzetten. In principe is het bijvoorbeeld verstandiger om in het kader van de energietransitie oudbouw te vervangen door energieneutrale nieuwbouw dan allerlei kunstgrepen uit te halen om bestaande woningen in oudere wijken van het aardgas af te halen. Voor ouderen is het van groot belang dat ze kunnen terugkeren naar hun eigen wijk waar alle voorzieningen, zoals openbaar vervoer en winkels, al aanwezig zijn. Dit plan biedt bovendien vanwege het grootschalige karakter allerlei mogelijkheden om de stedenbouwkundige opzet van wijken te vernieuwen of om aan sociale innovatie te doen. En uiteraard gaan we circulair bouwen.

50PLUS zegt doen !

50PLUS ziet dit plan als een ideale klus voor een minister of staatssecretaris van een nieuw op te richten ministerie van Ruimte & Wonen. In onze ogen is dit een fraaie aanvulling op het bouwen op uitleglocaties, dat in onze ogen op beperkte schaal op daarvoor geschikte landbouwgronden zou kunnen plaatsvinden. Verdichting in bestaande wijken is heel goed mogelijk als je er voor kiest om meer kleine woningen terug te bouwen dan er voorheen waren. Bovendien moet je de kansen grijpen om de stedenbouwkundige structuur van wijken aan te passen. Als je er voor zorgt dat auto’s minder op straat geparkeerd worden maar ondergronds komt er meer bouwgrond beschikbaar, of kun je wijken vergroenen. Op plekken waar dat kan is het soms mogelijk om meer de hoogte in te gaan.

Investeren in de toekomst

Kortom er is van alles mogelijk. Dit is geen potverteren maar investeren in de toekomst. En dus is het ook verantwoord dat de rijksoverheid er flink wat geld in steekt. Dat is in ieders belang en met name voor de mensen van morgen. Het is ook een efficiënte manier van het besteden van overheidsmiddelen. Het dient doelen van volkshuisvesting en draagt tegelijkertijd bij aan de energietransitie. Slimme herstructurering van wijken kan bijdragen aan het terugdringen van segregatie en het voorkomen van toekomstige getto's. Het plan gaat zuinig om met schaarse grond en het zou best wel eens goedkoper en maatschappelijk gezien aantrekkelijker kunnen zijn dan bouwen in de wei.

Jaap Haasnoot
kandidaat Kamerlid 50PLUS



[1] Dat geldt zelfs voor het Rijk die op de eigen grond van het voormalig Vliegkamp Valkenburg bijvoorbeeld 5600 woningen bouwt, waarvan 64% zo duur wordt als de markt toelaat, en waarbij slechts 20% in de sociale huur wordt gerealiseerd.