Persoonlijke gedachtespinsels over 50PLUS

donderdag 4 maart 2021

50PLUS komt met plan om woningproductie te vergroten

Grootscheepse sloop en nieuwbouw in naoorlogse flatwijken is een oplossing voor meerdere kwalen

Zoals in de vorige blog aangekondigd hier nog wat nadere uitleg over het Deltaplan Naoorlogse Flatwijken. Ik beschouw dat even als een werktitel voor het idee. In feite is het een moderne vorm van stadsvernieuwing, een activiteit die de overheid in de vorige eeuw ook al heeft gepraktiseerd. Het gaat alleen nu minder om krotopruiming. Het doel is in één geïntegreerde aanpak aan meerdere doelstellingen tegelijk te werken. Het gaat niet alleen om uitbreiding van de woningvoorraad. Het doel is ook om het aanbod beter toe te snijden op wat de vraag is. En daarnaast kunnen er nog een paar andere beleidsdoelen worden meegenomen. Dat heet meekoppelen in beleidsjargon.


 

Woningnood: tekort en mismatch

Er is in Nederland niet alleen een tekort aan huizen, maar er is ook sprake van een mismatch tussen wensen van woningzoekenden en wat er beschikbaar is en komt aan woningen. Dat geldt zowel voor de koop- als de huursector. Er is grote behoefte aan relatief kleine woningen voor een- en tweepersoonshuishoudens die levensloopbestendig zijn en uiteraard ook betaalbaar. Die woningen moeten zowel geschikt zijn voor starters als voor ouderen. Doorstroming van ouderen uit gezinswoningen naar beter geschikte woningen komt onvoldoende tot stand omdat er onvoldoende betaalbaar en geschikt aanbod is.

Er zijn geen makkelijke locaties meer

Er zijn in Nederland nauwelijks nog “makkelijke” locaties te vinden waarop grootschalig gebouwd kan worden. Dat geldt zowel voor binnenstedelijke als voor uitleglocaties buiten de stad. Veelal zijn de gronden in handen van beleggers wat complicaties met zich meebrengt. Als de financiële opbrengst centraal staat[1] heeft dat veelal consequenties voor de kwaliteit van de wijk en/of het soort woningen dat gebouwd gaat worden. Uitleglocaties vergen enorme investeringen in wegenaanleg en Openbaar Vervoer om de woonwijken bereikbaar te maken. Daarnaast is allerlei dure infrastructuur nodig, bijvoorbeeld voor parkeren of groen, of ten behoeve van recreatie- en sportvoorzieningen voor de bewoners. Verder ondervindt woningbouw grote concurrentie van andere ruimte vragende activiteiten zoals bedrijvigheid of windturbines.

Het ei van Columbus

Om die reden komt 50PLUS met het plan om woningen in naoorlogse flatwijken, voor zover die aan het einde van hun levensduur komen, grootscheeps te slopen en te vervangen door moderne nieuwbouw. Hierbij gelden tenminste twee eisen: er moeten meer woningen terugkomen dan er aanwezig waren en de nieuwe woningen moeten energieneutraal worden. Het grote voordeel van deze locaties is dat de grond reeds in het bezit is van corporaties en woningeigenaren. Met hen kan prima zaken worden gedaan indien het Rijk bereid is te investeren in deze nieuwe vorm van stadsvernieuwing. De overheid kan hier meerdere beleidsdoelen aan elkaar koppelen en dus ook beschikbare gelden uit andere beleidssectoren inzetten. In principe is het bijvoorbeeld verstandiger om in het kader van de energietransitie oudbouw te vervangen door energieneutrale nieuwbouw dan allerlei kunstgrepen uit te halen om bestaande woningen in oudere wijken van het aardgas af te halen. Voor ouderen is het van groot belang dat ze kunnen terugkeren naar hun eigen wijk waar alle voorzieningen, zoals openbaar vervoer en winkels, al aanwezig zijn. Dit plan biedt bovendien vanwege het grootschalige karakter allerlei mogelijkheden om de stedenbouwkundige opzet van wijken te vernieuwen of om aan sociale innovatie te doen. En uiteraard gaan we circulair bouwen.

50PLUS zegt doen !

50PLUS ziet dit plan als een ideale klus voor een minister of staatssecretaris van een nieuw op te richten ministerie van Ruimte & Wonen. In onze ogen is dit een fraaie aanvulling op het bouwen op uitleglocaties, dat in onze ogen op beperkte schaal op daarvoor geschikte landbouwgronden zou kunnen plaatsvinden. Verdichting in bestaande wijken is heel goed mogelijk als je er voor kiest om meer kleine woningen terug te bouwen dan er voorheen waren. Bovendien moet je de kansen grijpen om de stedenbouwkundige structuur van wijken aan te passen. Als je er voor zorgt dat auto’s minder op straat geparkeerd worden maar ondergronds komt er meer bouwgrond beschikbaar, of kun je wijken vergroenen. Op plekken waar dat kan is het soms mogelijk om meer de hoogte in te gaan.

Investeren in de toekomst

Kortom er is van alles mogelijk. Dit is geen potverteren maar investeren in de toekomst. En dus is het ook verantwoord dat de rijksoverheid er flink wat geld in steekt. Dat is in ieders belang en met name voor de mensen van morgen. Het is ook een efficiënte manier van het besteden van overheidsmiddelen. Het dient doelen van volkshuisvesting en draagt tegelijkertijd bij aan de energietransitie. Slimme herstructurering van wijken kan bijdragen aan het terugdringen van segregatie en het voorkomen van toekomstige getto's. Het plan gaat zuinig om met schaarse grond en het zou best wel eens goedkoper en maatschappelijk gezien aantrekkelijker kunnen zijn dan bouwen in de wei.

Jaap Haasnoot
kandidaat Kamerlid 50PLUS



[1] Dat geldt zelfs voor het Rijk die op de eigen grond van het voormalig Vliegkamp Valkenburg bijvoorbeeld 5600 woningen bouwt, waarvan 64% zo duur wordt als de markt toelaat, en waarbij slechts 20% in de sociale huur wordt gerealiseerd.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten